Erkenning

De Nederlandse Gebarentaal is hier nog niet erkend. Fries is wel erkend (zodoende zijn in Friesland bijvoorbeeld ook verkeersborden, onderwijs en brochures soms tweetalig beschikbaar). In veel andere landen is gebarentaal al wel erkend, maar een en ander heeft natuurlijk financiele consequenties. Zodoende is de overheid er nog niet helemaal over uit. Echter als je taal niet erkend wordt, kan dat een persoonlijke miskenning lijken. Je wordt gezien, gekend. Bestaansrecht; dat je er mag zijn en zelfs toe doet. Als je het mij vraagt: Hoe je dit beleeft is waar.

Toen ik van de week op de fiets zat en bijna van m’n sokken werd gereden was ik in alle staten. Hij zag me niet staan. Toen ik echter degene in de auto hevig zag schrikken en excuses zag gebaren veranderde mijn opvatting in ‘maakt-niet-uit, geen probleem, het ging goed. ‘Je deed het niet expres.’ Ik voelde me gezien. De chauffeur gaf mij erkenning en ik gaf het hem terug.

Onze kinderen zijn volop maatjes van elkaar. Samen spelen gaat eigenlijk altijd goed. Soms ontstaat er een kleine uitdaging en dan mogen wij als opvoeders aan de bak. Zo had ik laatst een situatie: De één verhit; de ander niet minder. ‘Hij deed het expres!’; ‘Ze luisterde niet!’
Ik luisterde naar beiden, dat probeerde ik althans. Ik vatte samen wat ik tot dan toe had begrepen en terwijl ik daar mee bezig was hadden de kids elkaar alweer helemaal gevonden, beiden bogen ze over een lieveheerstbeestje op de stoep. Stond ik daar mijn uiterste best te doen. Blijkbaar was er al voldoende erkenning geweest voor beiden en speelden ze fijn weer verder.

Goed; ik erken: het gaat er ook wel eens wat complexer aan toe. En ik erken mijn beperkte wijze van het erkennen richting anderen. Ik erken dat ook ik soms te druk ben met mezelf. Hier in de Alblasserwaard voel ik me over het algemeen echter wel gezien. Komt het omdat ik een wat bekendere kop heb gekregen? Of zien we elkaar allemaal echt staan? Wie ziet jou? Er gaat onmiskenbaar veel kracht uit van erkenning.