Bedankt
“Heb je het lef, dan is het nooit te laat
Te beseffen dat het zo niet gaat
Rijk niet naar de hemel maar haal hem naar je toe” (Karin Bloemen)
Af en toe moet je je leven ondersteboven houden, om te zien of er nog meer in zit
Ik weet er alles van. Alles liep in de soep. Het is, zo heb ik ervaren, heus niet altijd even makkelijk om je weg in het leven te vinden. Er zijn tegenslagen te over. Maar als je geluk hebt kom je mensen tegen die je de weg wijzen. Ik heb dat geluk gehad. De afgelopen jaren heb ik gelukkig mensen ontmoet die mij een tweede kans gaven. Bedankt!
Ik moest, net als veel anderen, hard vechten. Maar minstens zo belangrijk als mijn harde werken is het feit dat ik van jou kansen, steun en vertrouwen kreeg. Zelfs nu ik er een soepie van had gemaakt bleek jouw vriendschap onvoorwaardelijk. Wat ben ik je dankbaar. Ik leerde om mijn zegeningen te tellen en bemerkte: dankbaarheid werkt als een soort vergrootglas; Het vergroot de goede dingen uit. Ook leerde ik relativeren. “Och,… een haar op je hoofd is weinig, een haar in je soep is veel”. En zo is het met alles; t is maar net vanuit welke hoek je het bekijkt!
Vanuit dat perspectief heb ik de afgelopen jaren mijn wekelijkse column opgediend; dingen net uit een andere hoek bekijken. Heerlijk hoe lezers met me meekeken. Ik smulde van de vele reacties. Graag zou ik dat kontakt met jullie behouden; in de straat, het dorp, op het schoolplein, in Schelluinen en Gorinchem, in het werk als gebarentolk en trouwambtenaar,… Bedankt!
Bedankt ook degenen die me van zeer nabij hebben geïnspireerd en geholpen bij het schrijven van de wekelijkse columns.
Ooit las ik op een tegeltje: ‘Mensen zijn niet dankbaar omdat ze gelukkig zijn; mensen zijn gelukkig omdat ze dankbaar zijn.’
Het heeft lang geduurd eer ik het besefte, maar moet beamen: dat tegeltje had gelijk. Relativeren, en bewust stilstaan bij je zegeningen, is verreweg de beste manier om ons onverzadigbare brein het zwijgen op te leggen, om vervolgens weer even écht gelukkig te zijn.
Dat gun ik iedereen: bewust en vaker stilstaan bij wat er (nog) wél is, in plaats van wat er al-le-maal aan ontbreekt.
Denk daar maar eens aan terug. Ook als je een keertje soep bij me komt eten. !-)