Over smaak
valt niet te twisten. En zo is smaak blijkbaar iets dat je ook bewust kunt ontwikkelen. Je moet bepaalde nuances leren onderscheiden, verschillende tonen leren proeven en herkennen. Iemand zei eens: er moeten blijkbaar bepaalde ‘paden’ in je hersenen voor worden aangelegd, en zo ontwikkel je je smaak steeds verder. Dat geldt voor eten, maar ook voor onze smaak voor kunst, muziek, humor en stijl.
Vroeger dacht ik dat het geen zuivere koffie was, als mensen koffie waardeerden. Inmiddels geniet ik zelf van een dubbele espresso vlak voor ik ga tolken in de schouwburg. “Het jaar van de kreeft’ van Hugo Claus wordt uitgevoerd. Een spel tussen waan en werkelijkheid. In eerste instantie vond ik het niks. Poëtisch maar provocerend. De tekst, bewegingen… alles gestileerd. Het decor? Een telefoon en een rood fietsje zijn de enige twee rekwisieten die mijns inziens verwijzen naar (gelukkig toch ook) een wereld buiten lust. Verder hangt t plafond vol met een serie anatomisch incorrecte mannelijke sekspoppen. De fysieke speelstijl is zowel mierzoet als bitter tegelijk. Een intens spel van aantrekken en afstoten.
Ik leerde de meerlagigheid van de personages uiteindelijk waarderen en constateerde dat wij als mensen teveel geneigd zijn om in de dichotomie goed versus slecht te denken. Wat vertrouwd is of voordeel oplevert beschouwen we als goed, het andere slecht. Maar… als iets niet zo is (gegaan) zoals je wilt, is het dan werkelijk zo slecht? Dat we het uit willen bannen? Of valt het eigenlijk wel mee – en kunnen we er zelfs iets moois uit halen of zelfs omarmen? Wat heeft t je gebracht, zoals: een levensles, kennis, een verbeterde relatie wie dan ook,…? En welke nieuwe deuren en mogelijkheden brengt het je in de toekomst? Mogelijk is alles toch niet zo slecht als je dacht. Dat smaakt toch naar meer?!