Murphy en Martien
Wat inspireert meer? Een blik in een oud foto-album, of in een glazen bol? Liever herinneringen of juist dromen?
Met die gedachte keek ik onlangs naar kijkcijferkanon 10 jaar Ik Vertrek. Wekelijks blikt een bekende Nederlander terug op diens favoriete aflevering. Bovendien zien we nu hoe het de emigranten is vergaan.
Je zou zeggen dat we het in Nederland zo slecht nog niet hebben, maar toch pakken jaarlijks zo’n 150.000 Nederlanders hun biezen. Heerlijk om te zien hoe zij het lef hebben om elders iets nieuws op te zetten. Veelal ondoordacht en onvoorbereid. Leedvermaak alom, wat veel van het succes van dit programma verklaart. Onvoorstelbaar wat er allemaal mis kan gaan. Werkelijk alles! Het blijft niet bij lekkages, stroomuitval of niet- aangesloten douches. We zien hoe auto-monteurs plots transformeren in sous-chefs. Anderen beginnen een camping terwijl ze zelf werkelijk nog nooit in een tent hebben geslapen. We zien Nederlanders naar een bouwval in Hongarije emigreren, terwijl het enige woord Frans wat ze kennen ‘spaghetti’ is. Hillarisch!
Daar waar er hier teveel geregeld is, lijkt er in het buitenland nauwelijks iets te regelen. Niet zelden vertrekken de oorspronkelijke eigenaren met zowel de poen als met de horizon. De enige regel lijkt de wet van Murphy: “Anything that can go wrong, will go wrong”
Het succes van het programma zit ‘m naast t leedvermaak, ook in het volgende: we zien hardwerkende mensen, die ondanks alles blijven doorzetten. We zien warme, betrokken families die elkaar steunen en de schouders eronder zetten. “Eéééééénig!”; De legendarische kandidaat Martien heeft misschien wel een van de beste adviezen: “Weg met alle azijnpissers uit je leven”. Paul de Leeuw verwoordt het zo: “Ik heb voor iedereen die de stap neemt veel bewondering en respect.” Daar sluit ik me graag bij aan. Ze doen ‘t toch maar mooi.